1. nov, 2020

Karakter bij dieren (2)

Een ander voorbeeld van een sterk karakter waar je dat niet zo snel verwacht, was een klein paard met de naam Ulysse. Hij was onderdeel van een familie van 6 paarden en hij bungelde met zijn halfbroer onder aan de rangorde. De eerste keer dat ik probeerde controle over die kudde te krijgen ving ik hem binnen 3 seconden en dacht ik dat het makkelijk zou worden. Helaas, in plaats van hem te volgen omdat ik een lid van de kudde weghaalde, zwaaiden zijn familieleden hem vrolijk uit en gingen door met grazen.... De band opbouwen met de leidster van de kudde, zodat iedereen me volgde als het nodig was, duurde geen 3 seconden maar 3 maanden. Maar dat is weer een ander verhaal. Ulysse liet me zien hoeveel verantwoordelijkheid een dier op zich wil nemen voor ons.

Ik organiseerde paardrijtochten in de natuur van de Dordogne met de paarden van de camping waar ik werkte en ik was op pad met alle paarden. Ik zat op de leidmerrie, zodat ik zeker wist dat ze allemaal bij ons zouden blijven, want ik had een groepje kinderen mee. Junior, een vrij jonge ruin met ambitie, probeerde al een paar maanden hogerop te komen in de rangorde en vandaag besloot hij om Ulysse aan te vallen, terwijl deze in een haarspeldbocht in zijn buurt kwam. Ulysse werd ruw opzij geduwd, waardoor het meisje dat op hem zat haar evenwicht verloor. Maar haar voet bleef vast zitten in de stijgbeugel, waardoor ze aan het zadel bleef hangen. Als Ulysse nu weg zou vluchten hing zij nog aan de zijkant!

Dus bleef hij staan.... Terwijl Junior hem bleef aanvallen incasseerde Ulysse de klappen, tot ik bij hem was en het meisje losmaakte. Toen rende hij pas weg en kon ik iedereen troosten en kalmeren. Vanaf dat moment werd Junior mijn vaste paard, want de leidmerrie bleek ook heel goed in het veilighouden van mensen. En ik keek met hele andere ogen naar de kneusjes van de kudde, want daar kon ik nog een hoop van leren....

1. nov, 2020

Karakter bij dieren (1)

Hoe het bij mensen zit weet ik niet, maar ik heb een hoop jonge dieren verzorgd en ik blijf me verbazen over het feit dat je al heel jong bij hen kunt zien wat voor karakter ze hebben. Uiteraard is wat ze meemaken op jonge leeftijd ook van invloed, maar bij katten bijvoorbeeld, zie je al hoe ze gaan worden zodra de oogjes open gaan en ze op onderzoek uit kunnen. De één rent onverschrokken overal op af, terwijl de ander schuchter rondschuifelt of bedachtzaam om zich heen zit te kijken.

Eén kitten is me altijd bij gebleven. Het was een cypers-wit katertje en hij straalde (twee turven hoog) al een kalme zelfverzekerdheid uit, die sommige volwassen mensen zelfs nooit zullen bezitten. Hij was met 2 nestgenootjes binnen gebracht en daarna volgden nog twee nestjes. We hadden geen moederpoezen, maar gelukkig kunnen kittens al snel speciale papjes eten en groeiden ze allemaal goed. De eerste 2 nestjes bestonden uit normale kittens, maar het laatste nest waren kittens van een verwilderde moeder. En ze waren dus doodsbang voor alles.

Hier kwam onze cypers-witte held in het spel. Klein als hij was, ontfermde hij zich volledig over zijn bange pleegbroertjes en -zusjes. Hij ging tussen hen en ons in staan en liet aan hen zien dat wij "goed volk" waren. Door hem eerst te aaien en dan via hem naar de anderen door te schuiven, kregen we ze handtam. Als ze niet op hun gemak waren, ging hij bij hen liggen en vielen ze samen in slaap. Dan keek hij tevreden naar me op, alsof hij wist wat hij net allemaal voor elkaar had gekregen. Met zijn hulp was zelfs de bangste kitten omgetoverd naar een fijne huiskat.

Dankzij hem kregen alle kittens een fijn huisje en uiteraard vonden we ook voor hem een lieve baas. Ik weet niet meer zeker hoe hij heette, maar zijn bijzondere karakter blijft me eeuwig bij.

17. okt, 2020

Leven met ezels

"Vind je het erg om 6 weken in een caravan te wonen?" Zo begon het gesprek met mijn vorige baas, vlak voor de boerderij uit 1672 een grote opknapbeurt zou krijgen. Ik woonde in een stukje van die boerderij en omdat ook dat gedeelte langzaam uit elkaar viel, moest er echt wat aan gebeuren.

O leuk, kamperen! Ik zag het wel zitten. Ook omdat het vreselijk tochtte in huis en het in de winter altijd maar 8 graden was in de keuken. Als daar wat aan gedaan werd, hoera!

Dus kwam er een zogeheten "woonunit", een grote container, waar een woonkamer, slaapkamer, keukentje en wc in zaten. Met keukentje bedoel ik een kaal aanrechtblad waar ik een magnetron op kon zetten en met wc bedoel ik op zich wel een wc, maar dan aangesloten op een buis richting de sloot. Of ik voor een grote boodschap naar het hoofdgebouw wilde lopen en van het klantentoilet gebruik wilde maken. De kachels waren elektrisch en leken me erg brandgevaarlijk, dus die durfde ik alleen aan te doen als ik er bij was. Maar het was zomer en 6 weken kamperen leek me een leuk avontuur, dus zochten we een geschikte plek voor de container en dat bleek de ezelwei te zijn.

Piet en Jacoba, beiden zo oud als Methusalem, woonden daar al sinds jaar en dag in hun stalletje met uitloop en weide. En ze vonden het fantastisch dat ze een buurvrouw kregen! De container werd aan alle kanten geïnspecteerd en hoofdjes kwamen door de voordeur. Gelukkig was de container verhoogd, want Piet had het plan opgevat om ook binnen te komen kijken en gedurende de 6 maanden dat ik in de container zat probeerde hij met grote regelmaat in te breken. Ja ik zeg 6 maanden, want zo lang duurde de daadwerkelijke verbouwing van mijn huisje. De muren bleken vol scheuren te zitten en de trap was zo vermolmd dat hij van karton leek!

Anyway, Piet probeerde dus steeds als de voordeur open ging op slinkse wijze naar binnen te springen. Wat hij nooit haalde, want hij stond altijd te dichtbij en dan raakten zijn knieën of borst de rand van de ingang. Maar hij bleef het dapper proberen, want een ezel stoot zich misschien nooit 2 keer aan dezelfde steen  maar wel aan dezelfde woonunit.... En na de zoveelste teleurstelling besloot hij dan dat diefstal gerechtvaardigd was en stal hij iets binnen mondbereik. Een schoen, een krant, alles wat hij maar te pakken kon krijgen. Jacoba zag het zuchtend aan en kwam vervolgens kijken of ik misschien een appeltje voor haar had. Wat natuurlijk zo was, want een goede buur is beter dan een verre vriend.

Over vrienden gesproken, ik had dus in die tijd ook een vriend, die minder aan dieren gewend was dan ik. Je hebt niet geleefd tot je een volwassen man, strak in het pak, over een wei hebt zien rennen met een ezel achter zich aan! Maar uiteindelijk vond hij zelf een oplossing. Je gooit een appel naar buiten en loopt dan hard de andere kant op.

De ezels hadden de tijd van hun leven en ik heb er goede herinneringen aan. Hoewel ik, toen het minder dan 8 graden werd in de container, toch maar bij mn vriend ben gaan overwinteren en alleen bij nachtdiensten van de dierenambulance nog in de kou sliep.

O, de dierenambulance! Daar heb ik ook nog een miljoen verhalen over. Maar dat komt wel weer een andere keer.

(Op de foto zie je Piet en Jacoba bij de kale plek waar de container eerst stond. De bomensnoeimeneer liet me in de hoogwerker om luchtfoto's te maken!)

12. okt, 2020

Gelukkig Gevoel Geeft Goede Gezondheid!

Iets wat ik nooit ben vergeten, is wat mijn baas in het dierenasiel tegen me zei toen hij me aannam. Sluit een kat op in een asiel en hij wordt ziek. Het duurde jaren voor we daar een oplossing voor vonden, terwijl het antwoord eigenlijk zo simpel was: Zorg dat de kat zo min mogelijk met het asielgevoel te maken krijgt!

Wat haat een kat het meeste van allemaal? Een dichte deur, het gevoel van opgesloten zijn. Een beperking in zijn bewegingsvrijheid en zijn privacy. Met de huidige coronacrisis die ons mensen al maanden beperkt, is het niet moeilijk dit te begrijpen. Als je continue je zorgen maakt, je niet weet hoe lang het nog duurt of wat je aan de situatie kunt doen en je alleen maar machteloos kunt afwachten, krijg je stress. En stress is slecht voor je weerstand. Dus je wordt ziek. Dan kan je maar beter zorgen dat je binnen de huidige omstandigheden zo gelukkig mogelijk bent. En dat is precies wat we deden met de katten.

Ik was net hoofd van de kattenafdeling geworden en had daar 2 collega's en een berg vrijwilligers. Stukje bij beetje maakten we het leven van de katten minder als een Disneyfilm, waar alle dieren in kale asielruimtes eenzaam zitten te zingen hoe zwaar hun leven is en meer alsof ze een huis hadden met hun eigen plekje. Daarvoor moesten we bedenken wat een kat graag wil, dus we verplaatsen ons in hun wereld. Niet zomaar door maar wat te proberen in de hoop dat iedereen er ongeschonden uit zou komen natuurlijk. We hadden zelfs contact met iemand uit het dierenziekenhuis in Utrecht, die ons een belangrijke tip gaf. Dieren markeren hun plek met geur. Dus als jij dagelijks hun plek boent met scherp ruikende schoonmaakmiddelen, pak je hen dagelijks hun veilige plek af!

Dat was een heel goed punt. Ik boen thuis ook niet dagelijks mijn huis van onder tot boven. En toch blijf ik ook gezond. Het is zo dat we allemaal altijd omringd zijn door schimmels en bacteriën. Ze leven zelfs in en op ons lichaam! En toch zijn we niet allemaal de hele tijd ziek. Dus gingen we op een andere manier schoonmaken. In plaats van met zeep elke kennel en kamer schoon te maken en elk bedje te verschonen, haalden we alleen met droog keukenpapier de haren en het vuil weg. Als een kat ergens had gemarkeerd door er tegenaan te plassen, wasten we de plek met water, tot wij het niet meer roken. Zo bleef het voor de katten (die toch al compleet tegennatuurlijk in groepen in de kamers woonden) zo natuurlijk mogelijk. Ze konden met hun geur hun eigen plek creëren en behouden, zodat het voor iedereen duidelijk was wie waar hoorde. Het gevoel van veiligheid begint met een eigen plek, waar je jezelf kunt zijn en die niemand van je af pakt. Door de eigen plekken van de katten te leren kennen en hun karakter te bestuderen, konden we ook zorgen voor een veilige looproute naar voer en de kattenbakken, zodat elk dier conflict kon vermijden met de anderen. Op deze manier hoefden er veel minder katten in een kennel te zitten, zodat ze meer vrijheid konden houden. Wij zitten ook niet graag 22 uur per dag in de wc opgesloten en in een kennel zit de kat in een kleine ruimte, met zijn wc en voer vlak bij elkaar.

Daar besloten we ook wat aan te doen. Nu de meeste katten permanent los in de kamer konden lopen, hadden we meer kennels over. Door een gat in de bodem van de  bovenste kennel te maken, werd die verbonden met de onderste. In de laagste kennel zetten we de kattenbak, waardoor de kat in de bovenste kennel alleen maar voer en zijn bed had. Vanuit daar kon hij alles mooi in de gaten houden. Nog zoiets wat katten graag willen. Een hoge ligplek. Je moet tenslotte wel je koninkrijk kunnen overzien.

De verandering was meteen merkbaar. In de jaren dat we zo werkten hebben we GEEN ENKELE uitbraak van een ziekte gehad. Soms kreeg een ouder of zwakker dier wel niesziekte (een soort griep of verkoudheid bij katten) maar nu hoefde die kat dan niet uit zijn veilige omgeving weg naar de quarantaine. De overige dieren waren gelukkig, dus die bleven gezond! En dat terwijl we eerder altijd bang waren voor een uitbraak, omdat als er één kat ziek was, ze het binnen de kortste keren allemaal hadden.

Dit voorbeeld is waarom ik dierengedrag zo interessant vind. Het heeft zoveel invloed op alles in het leven. Misschien moeten we allemaal weer wat meer terug naar onze natuur. Ik begin vast met wat minder schoonmaken. Daar word ik heel gelukkig van.

11. okt, 2020

Dierentaal

Het is even wennen als je overstapt naar een andere diersoort. Net als bij emigreren naar een ander land, moet je je verdiepen in de taal en cultuur. Je wilt tenslotte zo snel mogelijk contact leggen en elkaar gaan begrijpen. En als jij geen moeite doet, doet de lokale bevolking dat ook niet. Mijn kennismaking met de hondenwereld ging niet vanzelf. Een groep vreemde honden in een uitlaatservice is niet hetzelfde als mijn eigen trouwe viervoeters meenemen naar het bos.

Nou was het originele plan, dat Roger mij eerst zou opleiden en ik dan zou starten met een paar hondjes en rustig zou gaan opbouwen. Maar zoals altijd liep het totaal anders en moest ik vrijwel meteen een collega wandelaar vervangen, die door ziekte tijdelijk niet kon wandelen. Ze liep twee puppygroepen per dag en voor iedereen die denkt: Ach wat schattig en Hoeveel werk is dat nou? PUBERS ZIJN OOK NOG PUPS! De helft van de groepen bestond uit pubers van een maand of 10, allemaal groot en voornamelijk jonge mannetjes. Wat een werk, zeker als je niet zeker weet waar je mee bezig bent. Gelukkig heb ik me vaker in dit soort situaties bevonden en met wat logisch denkwerk kom je een heel eind. En gelukkig had ik door de franchise Roger en andere collega's waar ik dingen aan kon vragen. 

O ja, had ik al verteld dat ik begon in een Suzuki Swift? Het record is 13 honden en 2 personen, toen een collega met autopech gered moest worden en ik het dichtst bij bleek te zijn. Inmiddels ben ik 2 auto's verder en heb ik een nieuwe, goed ingerichte bus. Maar het was een lange weg, die zo'n 4 jaar duurde en waarin ik enorm veel heb geleerd. Over honden en over bussen en wat er allemaal kapot aan kan gaan.....

Anyway, mijn instap in de hondenwereld leerde me ook dat dierengedrag universeel is. Het was me bij katten al opgevallen dat bij de meest uiteenlopende problemen, de oplossing steeds hetzelfde was. Alle dieren, of het nou honden, katten, paarden of mensen zijn, hebben allemaal dezelfde basisbehoeften en als je aan hen kunt laten zien dat je deze dingen onder controle hebt, krijg je automatisch ook controle over andere aspecten in hun leven. Waarmee je dus voor oplossingen kunt gaan zorgen, wanneer er problemen ontstaan.

Het enige wat je moet leren is de juiste taal bij de juiste diersoort, zodat je met ze kunt praten! Want waar het meestal fout gaat, is een probleem in de communicatie.